Wat is cornea dystrofie?
- Leonie
- 03 april 202403 apr 2024
- Bekeken: 1750
Cornea dystrofie (ook wel hoornvlies degeneratie genoemd) is een oogaandoening die een verminderd gezichtsvermogen als gevolg kan hebben. Wil jij meer weten over deze ziekte? In dit artikel zet 123Lens de feiten voor je op een rij. Van de symptomen tot de behandelingsmethodes en nog veel meer.
Cornea dystrofie of hoornvliesdystrofie heeft een vertroebeling van het hoornvlies als gevolg. Je hoornvlies is het voorste deel van je oog en wordt ook wel gezien als een beschermlaag voor je ooglens en iris, die zich achter het hoornvlies bevinden. Hoewel het hoornvlies slechts een dikte van 0,5 millimeter heeft, bestaat het uit 5 verschillende lagen.
De vijf verschillende lagen van het hoornvlies zijn: (van buiten naar binnen)
Het hoornvlies is geheel doorzichtig, bevat geen bloedvaten en is verantwoordelijk voor het toelaten van lichtstralen, zodat je netvlies een duidelijk beeld kan krijgen van wat je ziet. Bij Cornea dystrofie nemen het aantal cellen in één of meerdere lagen van je hoornvlies af. Hierdoor zal het hoornvlies zijn werk minder goed kunnen uitvoeren, waardoor je meer last zult krijgen van felle lampen en je gezichtsvermogen zal afnemen.
Lange tijd werd cornea dystrofie gezien als een erfelijke oogaandoening, maar inmiddels weten we dat ook een beschadiging aan het hoornvlies door bijvoorbeeld een oogoperatie of infectie kan leiden tot cornea dystrofie.
Het International Committee for Classification of Corneal Dystrophies maakt onderscheid tussen vier verschillende vormen van cornea dystrofie. Dit internationale comité bestaat uit een team van medici die continu bezig zijn met het onderzoeken en ontwikkelen van behandelmethodes voor deze oogaandoening. Onder welke van de vier vormen een cornea dystrofie valt, is afhankelijk van in welke laag van het hoornvlies de aandoening zich bevindt. Wij lichten de verschillen tussen de vier vormen graag even in het kort voor je toe:
Epitheel dystrofie is de meest oppervlakkige en meest voorkomende vorm van cornea dystrofie. Bij deze vorm is er een tekort aan kleefstof tussen het epitheel en de membraan van Bowman laag van het hoornvlies. Dit tekort zorgt ervoor dat de bovenste weefsellaag van het hoornvlies geen goed contact kan maken met de andere lagen.
Vaak is deze vorm tijdelijk. Slechts bij een beperkt aantal mensen komt deze vorm van dystrofie weer terug.
Bij Membraan van Bowman dystrofie zijn de achterste twee lagen van het hoornvlies in goede conditie, maar de twee voorste lagen troebel. Deze vorm van dystrofie is vaak al zichtbaar in de kinderjaren en is in de meeste gevallen een aandoening die genetisch wordt overgedragen van ouder op kind. Bij Membraan van Bowman dystrofie neemt het gezichtsvermogen snel af en kunnen er klachten ontstaan zoals wazig zicht, donkere vlekken en gevoeligheid voor licht.
Stromale dystrofie speelt zich af in het middelste deel van het hoornvlies. De buitenste lagen van het hoornvlies zijn helder, maar in de binnenste laag zitten witte stipjes die lijken op glassplinters of broodkruimels. Naarmate je ouder wordt, kunnen deze vlekjes groter worden of zich gaan verspreiden en terechtkomen in de Membraan van Bowman laag. Ook deze vorm van cornea dystrofie is erfelijk, waarbij de klachten meestal al in de kindertijd beginnen. Je kunt echter ook stromale dystrofie oplopen als gevolg van een oogoperatie of een ongeluk waarbij je oog is beschadigd.
Er zijn veel stromale dystrofien bekend, waaronder granulaire dystrofie, maculaire dystrofie, Pre-Descemet dystrofie. Meest voorkomende is granulaire dystrofie.
Het membraan van Descemet dystrofie, ook bekend als Descemet’s membraan dystrofie (DMD), is een oogziekte die wordt gekenmerkt door abnormale veranderingen in het Descemet-membraan, een belangrijk onderdeel van het hoornvlies. Dit membraan bevindt zich tussen de binnenste laag van het hoornvlies, het endotheel genaamd, en de stroma, die de dikke middenlaag van het hoornvlies vormt.
DMD kan leiden tot verschillende symptomen, waaronder wazig zicht, lichtgevoeligheid, en onregelmatige reflecties van licht in het oog. Deze aandoening kan zich op verschillende manieren manifesteren, afhankelijk van de ernst en de locatie van de veranderingen in het Descemet-membraan.
In milde gevallen kunnen patiënten mogelijk geen symptomen ervaren en kan de aandoening alleen worden gedetecteerd tijdens een oogonderzoek. In ernstigere gevallen kan DMD leiden tot significant verlies van gezichtsvermogen en andere complicaties, zoals de vorming van cornea-oedeem (vochtophoping in het hoornvlies) en cornea-erosie (oppervlakkige beschadiging van het hoornvlies).
Behandelingen voor DMD kunnen variëren afhankelijk van de ernst van de symptomen en kunnen onder meer bestaan uit medicamenteuze therapieën, zoals oogdruppels om de symptomen te verlichten, of chirurgische ingrepen, zoals hoornvliestransplantatie, om het gezichtsvermogen te verbeteren en complicaties te verminderen. Een vroege diagnose en regelmatige opvolging door een oogarts zijn essentieel voor het beheren van DMD en het behouden van de gezichtsfunctie.
Fuch’s endotheel dystrofie is een van de meest voorkomende vormen van hoornvliesdystrofie, die vier keer vaker voorkomt bij vrouwen dan bij mannen. Deze aandoening veroorzaakt een langzaam verlies van functie in de binnenste laag van het hoornvlies, bekend als het endotheel, en manifesteert zich meestal op latere leeftijd (tussen 50 en 70 jaar). Het aantal endotheelcellen neemt af, wat leidt tot verminderde vochtregulatie in het hoornvlies. Normaal gesproken reguleert deze laag vocht om te voorkomen dat het hoornvlies te dik wordt. Met minder endotheelcellen neemt de pompfunctie af, waardoor het hoornvlies meer vocht vasthoudt, dikker wordt en troebel wordt.
In de meeste gevallen is cornea dystrofie een erfelijke oogaandoening, die van ouder op kind wordt overgedragen. Draagt één van je ouders de aandoening bij zich, dan is het slim om vanaf jonge leeftijd je ogen regelmatig te laten controleren. Zo kan de aandoening tijdig worden ontdekt, en kun je samen met je oogarts de nodige stappen zetten om de progressie te volgen en waar mogelijk te vertragen. De verschillende vormen van cornea dystrofie kunnen ook worden opgelopen wanneer je oog schade heeft opgelopen bij een ongeluk, of als gevolg van een oogoperatie. Merk je dat je plotseling minder goed zicht hebt of ben je plotseling gevoeliger voor licht: maak dan een afspraak voor een corneatopografie onderzoek bij een opticien of oogarts.
Cornea dystrofie is een zeldzame oogaandoening. Wil je meer weten over deze ziekte? In dit artikel zet 123Lens de feiten voor je op een rij.
In het beginstadium van (alle vormen van) cornea dystrofie is er geen behandelmethode nodig. Je ondervindt in deze vroege stadiums namelijk nog geen hinder van de aandoening, omdat deze zich langzaam ontwikkelt. Wanneer je merkt dat je gezichtsvermogen achteruit gaat, kun je je zicht laten testen bij de opticien of oogarts en kan het dragen van contactlenzen uitkomst bieden. In sommige gevallen zal de oogarts therapeutische contactlenzen aanraden. In vergevorderde stadiums van cornea dystrofie kan de oogarts overgaan tot een ooglaserbehandeling of een hoornvliestransplantatie.
Naast bovenstaande behandelmethodes voor alle vormen van cornea dystrofie, kan het gebruik van oogdruppels helpen om de klachten van Membraan van Descemet dystrofie te verlichten.
Niet altijd het mogelijk om contactlenzen te dragen bij een vorm van cornea dystrofie. Het is daarom aan te raden de aanmeting van contactlenzen is zo’n geval te laten doen door een optometrist of oogarts.
Lenzen zijn verkrijgbaar in veel verschillende soorten en maten. Welke moet je kiezen? Maandlenzen, weeklenzen, of zijn daglenzen toch de beste optie? Wij raden je aan om de keuze voor contactlenzen goed te overleggen met je oogarts. Zo weet je zeker dat je jouw hoornvlies de beste ondersteuning biedt.