Wat is Fuchs’ dystrofie?
- Leonie
- 16 oktober 202416 okt 2024
- Bekeken: 77
Fuchs’ dystrofie is een oogziekte die het binnenste deel van het hoornvlies, het endotheel, aantast. Dit deel is verantwoordelijk voor het afvoeren van overtollig vocht, als een soort waterpomp. Bij deze aandoening nemen de endotheelcellen af, waardoor vocht zich ophoopt en het zicht wazig kan worden. In deze blog bespreken we Fuchs’ dystrofie, de symptomen en mogelijke behandelingen.
Wat is de oorzaak van Fuchs’ dystrofie?
De exacte oorzaak van Fuchs’ dystrofie is niet helemaal duidelijk. Wel weten we dat het waarschijnlijk een erfelijke aandoening is en dat het vaker voorkomt bij vrouwen dan mannen. Dit betekent dat als iemand in je familie Fuchs’ dystrofie heeft, de kans groter is dat jij het ook krijgt. Het kan ook ontstaan als gevolg van een complicatie na een oogoperatie. Soms treedt het op na een infectie van het hoornvlies of de iris.
Hoe weet ik of ik Fuchs’ dystrofie heb?
Fuchs’ dystrofie heeft verschillende kenmerken en symptomen. De meeste mensen merken in het begin weinig tot niks. En omdat de ziekte een langzaam verloop heeft, kan het lang duren voordat de eerste symptomen optreden. De meeste patiënten merken er dan ook pas op latere leeftijd iets van. Symptomen kunnen zijn:
- Wazig of mistig zicht: je kunt moeilijk scherp zien, vooral ’s ochtends of bij weinig licht. Naarmate de dag vordert wordt het zicht wat beter.
- Glans of halo’s zien: je ziet soms een soort schaduw of halo’s om lichtbronnen, zoals straatlampen of autolampen.
- Vermoeidheid van de ogen: je ogen voelen snel moe aan, vooral als je lange tijd naar een televisie of computerscherm kijkt.
- Verlies van het vermogen om contrasten te onderscheiden: dit kan de waarneming van kleuren en details beïnvloeden.
- Oogirritatie: vaak voel je een prikkeling, ongemak of pijn aan de ogen. Het gevoel dat er iets in je oog zit.
- Gevoeligheid voor licht; vooral fel licht is hinderlijk.
Het is goed om op te merken dat Fuchs’ dystrofie altijd beide ogen treft. Heb je last van één van de bovenstaande symptomen? Ga dan naar een oogarts. Een oogarts kan een diagnose stellen door het hoornvlies te onderzoeken en eventueel andere tests uit te voeren.
Wie heeft de meeste kans op Fuchs’ dystrofie?
Fuchs’ dystrofie komt meestal voor bij oudere volwassenen, meestal vanaf de leeftijd van 50 jaar. Zoals gezegd hebben vrouwen meer kans om het te krijgen dan mannen. Als je een familiegeschiedenis van Fuchs’ dystrofie hebt, is de kans ook groter dat je het zelf ontwikkelt. Mensen met bepaalde andere oogproblemen, zoals staar of glaucoom, hebben mogelijk ook een hogere kans op deze aandoening.
Hoe heeft Fuchs’ dystrofie effect op het dagelijks leven?
Fuchs’ dystrofie kan een aanzienlijke impact hebben. Doordat het hoornvlies dikker wordt en troebeler is, kun je minder goed zien. Het verminderde zicht heeft effect op veel verschillende handelingen in het dagelijks leven. Denk aan het minder goed kunnen lezen, het niet meer kunnen autorijden of het lastiger vinden om digitale apparaten te gebruiken. In de ochtend zijn de symptomen het ergst, omdat er ‘s nachts meer vocht is opgestapeld wat niet goed is afgevoerd. Gedurende de dag verdampt er dan alsnog wat van het traanvocht, waardoor het zicht meestal wat beter wordt. In een vergevorderd stadium van Fuchs’ dystrofie is het zicht de hele dag slecht.
Hoe wordt de diagnose gesteld?
Als je denkt dat je Fuchs’ dystrofie hebt, is het belangrijk om naar een oogarts te gaan. Deze zal je eerst een aantal vragen stellen over je medische geschiedenis, je symptomen en of er eventueel oogaandoeningen in je familie voorkomen.
Vervolgens zal er een zogenaamde corneatopografie plaatsvinden. Dat klinkt misschien heel spannend, maar het valt eigenlijk heel erg mee. Door middel van een speciaal instrument wordt er een soort scan van je ogen gemaakt. De arts kan zo de gezondheid van je hoornvlies controleren en eventuele schade of zwelling vaststellen.
Daarnaast kunnen andere tests worden uitgevoerd om de functie van de hoornvliescellen te beoordelen en om te kijken hoe goed je zicht is. Denk aan pachymetrie, waarbij de dikte van het hoornvlies wordt gemeten of een visusmeting. Daarbij wordt door middel van een optotypenkaart (de bekende letters op een bord) je gezichtsvermogen getest om te bepalen hoe goed je kunt zien.
Op basis van onder andere deze onderzoeken kan de oogarts een diagnose stellen en je adviseren over een behandeling, mocht dat nodig zijn.
Is er een behandeling?
Ja, er zijn verschillende behandelingen voor Fuchs’ dystrofie. De behandeling hangt af van hoe ernstig de aandoening is.
- Zoutdruppels en/of zoutzalf : in het beginstadium kunnen oogdruppels of zalf helpen om de symptomen te verlichten, zoals het verminderen van de zwelling in het hoornvlies.
- Ogen föhnen: het lijkt misschien ongebruikelijk, maar het föhnen van je ogen kan in dit geval nuttig zijn. Door ’s ochtends een föhn gedurende één minuut op armlengte op je ogen te richten, verdampt het teveel aan vocht in je hoornvlies. Zo kan je zicht iets sneller verbeteren.
Deze twee methodes zijn erop gericht om het vocht in het oog te verminderen, maar zullen de oogziekte niet genezen of voorkomen dat de ziekte verdere schade aan je ogen zal veroorzaken. Zijn de klachten zo erg dat bovenstaande geen effect meer heeft, dan blijft enkel nog de operatie over:
- Operatie: in een vergevorderd stadium kan alleen een operatie nog soelaas bieden. De ingreep die dan wordt uitgevoerd, is een hoornvliestransplantatie. Hierbij wordt het beschadigde hoornvlies vervangen door een gezond hoornvlies van een donor.
Kan ik iets doen om het te voorkomen?
Op dit moment zijn er geen specifieke manieren om Fuchs’ dystrofie te voorkomen, vooral omdat erfelijkheid waarschijnlijk een belangrijke rol speelt. Een gezonde levensstijl kan wel bijdragen aan de algehele gezondheid van je ogen, dus we delen enkele tips om je ogen gezond te houden:
- Bescherm je ogen: draag een zonnebril met UV-bescherming als je buiten bent. Dit kan helpen om je ogen te beschermen tegen schadelijke zonnestralen.
- Regelmatige oogcontroles: laat je ogen regelmatig controleren door een oogarts, vooral als je familieleden hebt met Fuchs’ dystrofie of andere oogproblemen.
- Gezonde levensstijl: eet een gezond dieet, blijf lichamelijk actief en vermijd roken.
- Oogoefeningen doen: het dagelijks uitvoeren van oogoefeningen kan je ogen ook helpen om gezond te blijven.
Fuchs’ dystrofie kan een uitdaging zijn, maar met de juiste informatie en behandeling kun je goed omgaan met deze aandoening. Blijf alert op de symptomen en zoek tijdig hulp als je denkt dat je deze oogziekte hebt.
