Wat is Strabisme?

Strabisme, ook wel scheelzien genoemd, is een afwijking in de stand van een of beide ogen. Dit betekent dat de ogen niet op hetzelfde punt gericht zijn, waardoor ze niet goed samenwerken. Ongeveer 4% van de kinderen onder de negen jaar heeft last van een vorm van strabisme. Het kan op elke leeftijd voorkomen, maar wordt meestal op jonge leeftijd opgemerkt.

Wat is strabisme?

Welke soorten strabisme zijn er?

Strabisme kan op verschillende manieren tot uiting komen. De meest voorkomende zijn:

  • Esotropie: Eén oog draait naar binnen.
  • Exotropie: Eén oog draait naar buiten.
  • Hypertropie: Eén oog wijkt naar boven af.
  • Hypotropie: Eén oog wijkt naar beneden af.

Binnen deze vormen van scheelkijken zijn er ook weer varianten, namelijk:

  • Manifest: Het scheelzien is constant aanwezig. Eén oog wijkt altijd af en de ogen staan nooit volledig recht.
  • Intermitterend: Het scheelzien is niet continu aanwezig. Soms staan beide ogen correct uitgelijnd, maar op andere momenten wijkt één oog af. Dit kan bijvoorbeeld gebeuren wanneer iemand moe is of zich concentreert op een bepaald object.
  • Alternerend: Het is niet steeds hetzelfde oog dat afwijkt. Soms kijkt het linkeroog scheel, dan weer het rechteroog. Dit verkleint de kans op een lui oog (waarover straks meer), omdat beide ogen afwisselend worden gebruikt. Hierdoor blijft de visuele functie van beide ogen beter behouden, al kan het nog steeds invloed hebben op dieptezicht en oogcoördinatie.

Naast deze vormen kunnen er ook andere varianten van strabisme voorkomen, afhankelijk van de oorzaak en ernst van de afwijking. In sommige gevallen kan scheelzien bijvoorbeeld alleen bij bepaalde kijkrichtingen optreden, wat invloed heeft op hoe iemand zijn omgeving waarneemt. Dit benadrukt het belang van een tijdige diagnose en een passende behandeling. We spreken in die zin over nog een classificatie, namelijk die van comitant strabisme en incomitant strabisme.  Bij comitant (of concomitant) blijft de afwijking in alle kijkrichtingen hetzelfde. Dit type scheelzien komt vaak voor bij kinderen en heeft meestal te maken met problemen in de samenwerking tussen de ogen en de oogspieren.

Bij incomitant strabisme varieert de afwijking afhankelijk van de kijkrichting. Dit wijst vaak op een onderliggende neurologische of mechanische oorzaak, zoals een verlamming van een oogspier of een probleem met de zenuwen die de oogbewegingen aansturen. Incomitant strabisme kan gepaard gaan met beperkte oogbewegingen en klachten zoals dubbelzien.

Help, mijn kind kijkt scheel

Scheel kijken en een Lui oog (Amblyopie)

Onze ogen ontwikkelen zich tot we ongeveer 18-21 jaar zijn. Ons netvlies ontwikkelt zich echter tot we circa 6-8 jaar oud zijn. Als een kind voor die tijd scheel gaat kijken, dan kunnen de hersenen het afwijkende beeld onderdukken. Dit proces heet suppressie. Suppressie gebeurt onbewust, waardoor iemand met strabisme zich er niet altijd van bewust is dat een oog niet optimaal meewerkt. Scheelzien veroorzaakt dus niet per se altijd dubbelzien.

Toch is het belangrijk om snel een diagnose te stellen en een eventuele behandeling te starten. Op lange termijn kan het namelijk problemen veroorzaken, zoals amblyopie, oftewel een lui oog. Dat betekent dat het onderdrukte oog minder goed ontwikkeld raakt en na verloop van tijd steeds minder goed gaat zien. Hoe langer de onderdrukking aanhoudt, hoe moeilijker het is om de normale functie van het oog te herstellen. Omdat een lui oog alleen kan ontstaan in de periode waarin de ogen nog in ontwikkeling zijn, kan je als volwassenen dus geen lui oog krijgen. Wat natuurlijk wel kan is dat je als kind al een lui oog had en, doordat deze onbehandeld of niet voldoende behandeld is, je er nog steeds last van hebt.

Wat zijn de oorzaken van strabisme?

De exacte oorzaak van strabisme is niet altijd duidelijk, maar er zijn wel een aantal factoren die een rol kunnen spelen:

  • Erfelijke aanleg: Als strabisme voorkomt in de familie, is de kans groter dat een kind het ook ontwikkelt.
  • Oogheelkundige afwijkingen: Problemen met de oogspieren of zenuwen kunnen een verkeerde oogstand veroorzaken.
  • Refractie-afwijkingen: Sterke brilafwijkingen, zoals hoge hypermetropie (verziendheid) of een groot verschil in sterkte tussen beide ogen, kunnen leiden tot strabisme.
  • Medische problemen rond de geboorte: Hersenbeschadiging, vroeggeboorte of zuurstoftekort bij de geboorte kunnen een verhoogd risico op strabisme geven.
  • Neurologische aandoeningen: Schade aan de hersenzenuwen kan op latere leeftijd scheelzien veroorzaken. Dit kan komen door een beroerte, suikerziekte of andere aandoeningen die de zenuwen aantasten.
  • Omgevingsfactoren tijdens de zwangerschap: Roken of drugsgebruik door de moeder kan de ontwikkeling van de ogen en hersenen van de baby beïnvloeden.
Scheel kijken of een lui oog?

Diagnose en behandeling van strabisme

Hoe eerder strabisme wordt vastgesteld, hoe groter de kans op een succesvolle behandeling. Bij jonge kinderen kan soms afgewacht worden of het vanzelf bijtrekt, maar dat hangt af van de ernst van de afwijking. De hersenen ontwikkelen zich snel in de eerste acht levensjaren, waardoor het belangrijk is om op tijd in te grijpen als er een probleem is.

De diagnose wordt meestal gesteld door een orthoptist, een specialist op het gebied van oogbewegingen en scheelzien. Het onderzoek bestaat uit verschillende testen om te bepalen hoe de ogen samenwerken en of er sprake is van een lui oog. Hoewel scheelzien vaak direct zichtbaar is, helpt aanvullend onderzoek bij het vaststellen van de specifieke vorm en ernst van het strabisme. Dit is belangrijk om de meest effectieve behandelmethode te bepalen.

Een van de meest gebruikte tests is de afdektest (covertest). Hierbij wordt afwisselend één oog afgedekt terwijl het andere oog wordt geobserveerd. Als het open oog een kleine correctiebeweging maakt om zich opnieuw op het fixatiepunt te richten, wijst dit op strabisme. Dit komt doordat het oog in ruststand afwijkt en zich moet aanpassen zodra het andere oog wordt afgedekt. Naast de afdektest wordt ook de motiliteit van de ogen gecontroleerd, waarbij gekeken wordt naar de beweeglijkheid van de oogspieren in verschillende richtingen. Dit helpt om te beoordelen of er beperkingen zijn in de oogbewegingen, wat kan wijzen op onderliggende neurologische of mechanische problemen.

Behandelopties

De behandeling van strabisme hangt af van de oorzaak en de ernst van de afwijking. Mogelijke behandelmethoden zijn:

  • Een bril: Soms kan een bril het strabisme corrigeren, vooral als het wordt veroorzaakt door een refractie-afwijking. In sommige gevallen worden speciale prismaglazen gebruikt om het beeld te verplaatsen en de samenwerking tussen de ogen te verbeteren.
  • Oogspieroefeningen: Voor sommige vormen van scheelzien kunnen oefeningen helpen om de oogspieren te trainen en de samenwerking tussen de ogen te verbeteren.
  • Behandeling van een lui oog: Als er sprake is van een lui oog, wordt vaak een afplaktherapie toegepast. Dit betekent dat het goede oog tijdelijk wordt afgeplakt met een oogpleister, zodat het luie oog wordt gedwongen om te werken en zich beter te ontwikkelen.
  • Strabismusoperatie: In sommige gevallen is een operatie nodig om de oogstand te corrigeren. Hierbij worden de oogspieren verplaatst of ingekort om de stand van het oog te verbeteren. Het herstel na de operatie verschilt per persoon, maar de meeste mensen kunnen binnen een paar dagen tot weken weer normaal functioneren.

Herstel na een strabismusoperatie

Een operatie aan de oogspieren is meestal een dagbehandeling. Na de ingreep kan het oog rood en gevoelig zijn. Volledig herstel duurt doorgaans een paar weken, maar lichte ongemakken zoals een trekkend gevoel of een vreemd zicht kunnen nog wat langer aanhouden. In sommige gevallen is een tweede ingreep nodig als de oogstand niet volledig gecorrigeerd is.

Kortom, strabisme is een veelvoorkomende oogafwijking die zowel kinderen als volwassenen kan treffen. Hoewel het niet altijd gepaard gaat met dubbelzien, kan het op lange termijn leiden tot problemen zoals een lui oog. Gelukkig zijn er verschillende behandelmogelijkheden, variërend van een bril tot een operatie. Vroege diagnose en behandeling zijn cruciaal om de best mogelijke uitkomst te garanderen. Als je vermoedt dat jij of je kind strabisme heeft, is het verstandig om een afspraak te maken bij een orthoptist voor verder onderzoek.

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *